Financiering

Maatschappelijke waarde wordt in veel gevallen lager gewaardeerd dan financiële waarde en is lastig te kwantificeren. Dat is een extra obstakel voor impact ondernemers om investeringen aan te trekken. Ook al tonen financiële instellingen een groeiende behoefte om met hun investeringen meer maatschappelijke impact te maken.

Als impact ondernemer bestaat jouw verdienmodel veelal uit hybride inkomsten: naast inkomsten uit de markt (omzet), inkomsten uit donaties en subsidies.

Zie onderstaand overzicht voor verschillende vormen van geld verdienen/omzet maken en van financiering vinden voor de start/ontwikkeling en groei van jouw onderneming (met geefgeld of investeringen in jouw onderneming).

1. Traditionele verdienmodellen ondernemers: hoe kan je als ondernemer omzet behalen

a. Verkoop van goederen of diensten: via een winkel, webshop of op de markt.                         
b. Uurtje factuurtje: jouw klant/opdrachtgever rekent met jou af via vast uurtarief                       
c. Abonnementenmodel: klanten krijgen toegang tot jouw dienst of product via een periodieke betaling. Voor de klant betekent dit een gemak en zekerheid van jouw dienst; voor jou als ondernemer gegarandeerde inkomsten voorafgaand aan de levering van jouw dienst of product.                                                             
d. Advertentiemodel: media en internet. Inkomsten via verkoop van advertenties, bv. op een website of in gedrukte media.                      
e.  Freemium - internet. Combinatie van free en premium: de basis kost niets (je bouwt vertrouwen op), maar voor extra, unieke diensten/informatie betaalt de klant. Veelal internetdiensten (bv. online administratieprogramma's.                                    
f. Servicemodel: verkoop van een product of dienst voor een redelijk bedrag; inkomsten daarna via onderhoud- of servicecontract (bv. autodealer, IT-bedrijf).                                           
g. Lokaasmodel: indien sprake is van een uniek product, waarop octrooi is aangevraagd (bv. koffieapparaten waar alleen speciaal gevormde koffiepads of cupjes in passen, scheermesjes, printers).                                        

2. Nieuwe verdienmodellen van ondernemers

a. Personalisatie: producten of diensten die op maat zijn gemaakt voor de klant of opdrachtgever (bv. met inzet van digitale technieken als 3D printing) bv. een eerste babyvoorleesboekje met namen van oma en opa, sneakers naar eigen ontwerp etc.

b. Servitization: service als middel om extra winst te maken (welke extra diensten kun jij aanbieden bovenop jouw vaste diensten? Bv. kwaliteitsbewaking door certificerende instantie. Bv. Voorleesexpres).

c. Sociaal ondernemen: er wordt (extra) betaald voor de maatschappelijke waarde die jij creëert (bv. inclusieve arbeidsmarkt, gezondheidspreventie, schoon milieu, meer groen, gelijke kansen etc. bv. omdat jij bijdraagt aan gemeentelijke doelstellingen), naast of met de betaling van de dienst/het product die jij levert

d. Lean startup methode: snel leren wat werkt en wat niet. Je gaat de markt al op met een simpel prototype/experiment-pilot met een nieuwe dienst. Hiermee test en meet je of het aan de behoefte voldoet/in de smaak valt en hoe het kan worden verbeterd. Testen doe je direct bij de klant/opdrachtgever, die feedback geeft en zo helpt bij en meebetaalt aan de ontwikkeling/innovatie. Zo bespaar je tijd en geld.

e. Circulaire economie (producten, grondstoffen en reststoffen behouden hun waarde): bv. Product As Service (PAS)-model: van bezit naar gebruik (via deeleconomie initiatieven, leasen, statiegeld, abonnement). Bv. deelauto's.

f. Exponentiële organisaties: slim gebruik maken van nieuwe ontwikkelingen zoals algoritmen (data verzamelen om prestaties te meten en verbeteringen door te voeren), big data, en communities. Vb. Netflix en Airbnb.

3. Geefgeld (charitas): private bijdragen voor publieke doelen (algemeen belang). In geld, tijd (vrijwillige inzet), diensten of goederen.

a. Vermogensfondsen. Organisaties/projecten die passen binnen de doelstelling (criteria) van het fonds kunnen een beroep doen op dat fonds. Middelen worden verstrekt als gift (1-3 jaar); je moet een aanvraag indienen en verantwoorden. Verschillende fondsen richten zich op verschillende thema's/doelgroepen. Er zijn nationale en lokale fondsen. Voorbeelden grote landelijke fondsen: Oranje Fonds, VSB Fonds, Kansfonds, Instituut Gak, FNO: Fonds Nuts Ohra, Prins Bernard Cultuurfonds, stichting RCOAK, Kinderpostzegels Nederland

b. Goede doelen loterijen (kansspelbegunstigde fondsen): Nationale Postcode Loterij (waaronder aanvragen via stichting DOEN), BankGiro loterij, Vriendenloterij. Je kunt een verzoek voor fondswerving indienen bij één van de grote loterijen.

c. Bedrijven foundations. Foundations zijn aparte fondsen die gekoppeld zijn aan een bepaald bedrijf (MBO: maatschappelijk betrokken ondernemen). Een deel van de winst van de onderneming wordt beschikbaar gesteld voor een maatschappelijk doel. Dat kan in de vorm van tijd (gratis inzet van expertise door personeel) en middelen. Voorbeelden: Rabobank Foundation. Fonds 21 (SNS Reaal). Bernhard van Leer Foundation.

d. Sponsoren zijn organisaties, bedrijven, die bereid zijn projecten en soms personen financieel of in natura te ondersteunen en die daarvoor een tegenprestatie verwachten, zoals naamsvermelding. Afhankelijk van de sponsor en op afspraak worden verschillende kostenposten betaald, soms ook de financiering van personeel en organisatie.

e. Serviceclubs zijn organisaties die zijn opgericht als gezelligheidsvereniging voor mensen met dezelfde belangstelling in combinatie met het nastreven van een betere samenleving. De clubleden zetten als het ware hun schouders onder maatschappelijke problemen door hun expertise en netwerken in te zetten en fondsen te werven. Bv. lokale Lions club, Rotary.

f. Geldwervende activiteiten door organisaties of particulieren zijn activiteiten die gericht zijn op geldinzameling middels prestaties, zoals een Roparun sponsorloop en zitten tussen sponsoring en donaties in. De opzet van een sponsorloop is dat er zoveel mogelijk geld wordt ingezameld door degenen die de prestatie (lopen, fietsen) gaan leveren. Dus dat je voor ieder gelopen of gefietst rondje een bepaald bedrag ontvangt van de goede gevers, of een bedrag in één als je bijvoorbeeld de hele tocht hebt voltooid. Vaak verdubbelt de hoofdsponsor (een bank of verzekeringsmaatschappij) dan het ingezamelde bedrag.

g. Donateurs zijn personen of organisaties die middelen beschikbaar stellen en die daar NIETS voor terug verlangen. Zij handelen uit sympathie voor het goede doel. Een veel voorkomende vorm van donateurschap is lid worden van, of deelnemen aan een stichting "Vrienden Van". Zo'n stichting is dan speciaal opgericht om geld in te zamelen voor dat ene goede doel

h. Entreegelden spreken voor zich: je betaalt voor je kaartje en uit de opbrengst daarvan wordt een deel van de activiteit betaald.

i .Een benefiet is een activiteit (sportwedstrijd, galadiner, theatervoorstelling etc) waarbij de deelnemers veel geld betalen om er bij aanwezig te mogen zijn. De meeropbrengst (het verschil tussen de kosten van de activiteit en de inkomsten) gaat naar het goede doel. Soms zijn ook de artiesten of sporters die meedoen aan de benefiet bereid om gratis te spelen, of tegen een kleine onkostenvergoeding.

j. Een veiling is: iets verkopen en winst proberen te maken op de door jou betaalde inkoopsprijs. Of (nog beter) iets verkopen dat je gratis hebt gekregen. Om spullen in te zamelen die geveild kunnen worden, worden vaak beroemde Nederlanders (Haarlemmers?) gevraagd om iets persoonlijks af te staan, of speciaal vanwege de veiling iets te maken dat geveild kan worden, zoals een schilderij of een gedicht.

k. Een collecte is met de pet rond gaan (of met een collectebus). Officiële collectes moeten bij de gemeente worden aangevraagd. Zo maar spontaan met de pet rondgaan kan ook, dan heb je geen vergunning nodig.

l. Bij stunten kun je je van alles voorstellen. Zelfs weddenschappen afsluiten (dat je geld krijgt als je iets doet of durft in het openbaar, bijvoorbeeld de Rabotoren beklimmen). Maar met het logo van een goed doel op je rug een parachutesprong maken, kan ook. Vb. Maarten van der Weijden die de Elfstedentocht zwom om miljoenen op te halen voor onderzoek naar kanker.

m. Tante Agaath betekent: lenen bij je rijke tante. Of haar aanbieden om een aandeel in de business te krijgen. Een veel grotere vorm van Tante Agaath is geld vragen van risico investeerders/angel investors of impact investors. Deze vormen van geld lenen, moeten altijd worden terugbetaald. Dus je kunt dit alleen tijdelijk inzetten als je er zeker van bent dat je op een andere manier wel aan je geld komt

n. In natura (of in-kind) betekent "gratis spullen of gratis hulp". Stel je moet een buurthuis inrichten, dan kun je de inrichting vragen te sponsoren bij kantoorwinkels. Gratis hulp/expertise wordt wel verleend door professionele organisaties in het kader van hun "maatschappelijk betrokken ondernemen beleid". De "in natura" manier kan ook door grote bedrijven die een nieuwe inrichting aanschaffen (zoals nieuwe computers) te vragen of jij de oude spullen mag hebben, voor niets. Vb. Bedrijf in Haarlem Copiatek: lokale ondernemers, scholen, zorginstellingen en gemeente doneren hun afgeschreven ICT aan Copiatek en zij zorgen dat zo'n 25% lokaal wordt geschonken aan verenigingen, stichtingen en maatschappelijke initiatieven via Bedrijf & Samenleving.

o. Lenen bij een bank of ontwikkelingsmaatschappij kan alleen als je organisatie sterk genoeg is om het geleende geld weer terug te betalen. Stel je wilt een centrum oprichten en je hebt een pand op het oog, dan kun je naar de bank gaan voor een hypotheek. Een bank wil altijd een garantie dat het geld wordt terugbetaald, maar dat kan ook door het pand als onderpand in te zetten. Mocht het dan mis gaan, dan wordt de bank eigenaar van dat pand. Bij lenen betaal je altijd rente.

p. Meedoen aan een prijsvraag waarvoor een prijs wordt uitgereikt. Dit is een creatieve manier om aan je spullen te komen en bovendien levert het gratis publiciteit op. Samen met de organisatie die de prijsvraag uitschrijft, kun je meeliften op de publicitaire stroom. VB: Appeltjes van Oranje (Oranje Fonds), Voor De Wereld Van Morgen (ASN Bank), Social Impact Lab PwC, Stadsgarage Bokaal: winnaar Tim!)

q. Free publicity levert niet rechtstreeks geld op maar het kan wel je naamsbekendheid vergroten, waardoor gulle gevers sneller over de brug komen. door samenwerking met bedrijven, aandacht voor jouw onderneming in de media (bv via de loterijen) kan je meeliften op mediabudgetten van grotere partijen. Maar het kan ook klein, bv. het schrijven van een wekelijkse column in een lokale krant, aandacht voor jouw initiatief in het lokale sufferdje is ook een manier van gratis reclame.

r. Nalatenschappen. Een nalatenschap, ook erfenis genoemd, is het geheel van bezittingen en schulden die een overleden persoon achterlaat. Hierin kunnen goede doelen worden opgenomen.

Nieuwere vormen van investeren:

4. Crowdfunding. Middels crowdfunding laat je de 'massa' investeren in jouw bedrijfsconcept of (maatschappelijk) project. 

Er bestaan verschillende financiële constructies bij de contracten die crowdfundingspartijen vastleggen tussen ondernemer en investeerder. De investering kan worden gedaan als donatie of als lening die terugbetaald wordt, er kan een aandelenuitgifte worden vastgesteld of gedeeld worden in de winst, of er wordt een beloning afgesproken die niet-financieel is. Dat crowdfunding populairder wordt, heeft deels te maken met het lastig verkrijgen van leningen en investeringen. Daarnaast zijn steeds meer 'gewone' mensen bereid om te investeren. Ook wel 'return on involvement' genoemd (in plaats van 'return on investment'). Het voordeel is dat je het in kunt zetten als marktonderzoek en promotie. Jou funders zijn gelijk potentiële klanten (bv Fairphone: eerst waren de klanten er die de telefoon kochten, voordat de telefoon überhaupt bestond), leveranciers en enthousiaste ambassadeurs. Populaire crowdfund platforms zijn bijvoorbeeld: Voorjebuurt, CrowdaboutNow, 1%Club(Do-good crowdfunding).


5. Friendraising. Friendraising wordt steeds belangrijker naast fundraising.

Friendraising is het stimuleren van betrokkenheid bij je organisatie en het bouwen van duurzame vriendschappen met personen, stichtingen of bedrijven met het doel allebei de vruchten van deze relatie te plukken. Het toepassen van friendraising gaat van steeds groter belang zijn voor organisaties. En dan vooral in de non-profit sector, waar media en donateurs steeds kritischer zijn, individuen op eigen initiatief contact zoeken met goede doelenorganisaties en donateurs naast hun giften ook graag zelf acties opzetten om te helpen de dromen van non-profit organisaties waar te maken.


6.· Sponsoring/geld inzamelen via online donatieplatforms of mobiele telefoons, eventueel ondersteund met acties op sociale media. (bv. platforms als One2Give, online collectebussen, iGive.com, Sponsorkliks.com).

Een mooi voorbeeld hiervan is SponsorKliks waar ruim 8300 9sport)verenigingen en goede doelen gebruik van maken. Wanneer je iets online bestelt en je selecteert de desbetreffende webshop via SponsorKliks, dan ontvangt degene die je intypt bij de vraag 'Wie wilt u sponsoren?' een percentage van het aankoopbedrag, zonder dat het de klant/sponsor meer kost. Bijna alle grote webshops zijn aangesloten bij SponsorKliks.


7. · Impact investing/impact beleggen en Social Impact Bond.

Impactbeleggen verwijst naar investeringen "gedaan in bedrijven, organisaties en fondsen met de bedoeling om naast een financieel rendement een meetbare, gunstige sociale of ecologische impact te genereren". Impactinvesteringen verschaffen kapitaal om sociale en/of milieukwesties aan te pakken. Zo heeft Willemijn Verloop (mede oprichtster van Social Enterprise NL) Social Impact Ventures NL en Rubio Impact Ventures mede opgericht, die investeren in bedrijven die een positieve maatschappelijke impact combineren met economische groei.

Een specifiek voorbeeld is de Social Impact Bond, een financieringsinstrument waarbij privaat geld wordt ingezet om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. In plaats van het traditionele model van subsidies verstrekken wordt op projectbasis een hechte samenwerking aangegaan met uitvoerders, investeerders en soms een intermediair. Vooraf worden duidelijke afspraken gemaakt over doelstellingen en resultaten die behaald moeten worden voor de doelgroep die centraal staat.

Private investeerders dragen het financiële risico, maar kunnen daar ook voor beloond worden. Een onafhankelijke partij meet of de gestelde doelen zijn behaald. Als dat is gelukt, betaalt de overheid of filantroop de investeerders terug met rendement. Zijn de resultaten niet toereikend, dan zijn de investeerders hun geld kwijt. Deze vorm van financiering wordt ook wel resultaatfinanciering genoemd.

SIB's in Nederland werden afgesloten voor o.a. de Buzinezzclub en The Colour Kitchen, waarbij gemeenten garant stonden en o.a. Rabobank Foundation, Oranje Fonds en Social Finance NL investeerden.